CONO-melkrijder zet met nieuwe RMO nieuwe stap in verduurzaming

Lng-truck
Danmel Transport rijdt sinds kort met een 400 pk Scania G410 LNG 4×2-trekker langs de melkveehouderijen in Noord-Holland die zich hebben aangesloten bij de zuivelcoöperatie CONO Kaasmakers. Met de inzet van dit vloeibare aardgas, de meest duurzame fossiele brandstof, wordt een milieuwinst van zo’n 20 procent minder CO2-uitstoot verwacht. Bovendien kan de motor in de toekomst probleemloos overschakelen naar biobrandstof.

Oplegger met accu
Daarnaast bestaat de RMO-combinatie uit een innovatieve oplegger die is voorzien van een eigen accu. Het verpompen van de melk vanuit de melktank van de boerderij naar de tankwagen gebeurt daardoor niet langer met een draaiende motor, maar volledig op elektriciteit vanuit deze accu. Voor het opladen hiervan wordt onder meer de energie gebruikt die vrijkomt bij het rijden, zoals tijdens het remmen. Het geluidsniveau van ruim onder de 60 dB(A) (vergelijkbaar met een koffiezetapparaat of elektrische tandenborstel) garandeert een fluisterstille werking en dus nachtrust voor de melkveehouder, van belang gezien de 24/7 transportactiviteiten. Dankzij de accu-oplegger houdt de trekker ruimte over voor extra Lng-tanks, zodat de actieradius aanzienlijk wordt vergroot.

Betere dienstverlening
Mart de Waard, eigenaar van Danmel Transport, over de duurzame RMO-combinatie: “CONO hecht belang aan duurzame ontwikkelingen in de hele keten. Ik wilde deze uitbreiding echter vooral zelf omdat ik daarmee mijn dienstverlening kan verbeteren in duurzaamheid en geluidsreductie. Extra voordeel is dat deze vrachtwagen zonder ombouw al geschikt is voor het toekomstig gebruik van biobrandstof.”

Grietsje Hoekstra, manager Duurzaamheid bij CONO Kaasmakers zegt hierover: “Wij vinden het belangrijk dat onze partners stappen zetten op het gebied van verduurzaming en blijven dit ook stimuleren. Danmel draagt met deze combinatie in het algemeen bij aan de klimaatdoelstellingen van de transportsector, en levert in het bijzonder een positieve bijdrage aan de totale footprint van onze kaas.”