Duurzame verhalen met boer Dick Ubbels

Boer Dick Ubbels kiest voor groenbeheer zonder stokjes maar mét kruiden op het grasland

Veehouders houden van hun koeien en het buitenleven. Logisch dat zij ook oog hebben voor natuurbeheer en biodiversiteit op en rond hun graslanden. Dan kan het soms gek lopen. Zo is Dick Ubbels gestopt met stokjes zetten bij vogelnesten. En vertelt hij waarom alle bloemen zouden verdwijnen van een kleurig bijenlint rond zijn weides. Kortom, duurzaam groenbeheer, maar dan nét anders. Voor een melkveebedrijf is flink wat grond nodig. Zeker als je een CONO-boer bent, want dan laat je je koeien heel veel dagen per jaar de wei in om lekker te grazen. Daarnaast moet je voer laten groeien voor het winterseizoen, en ook daar is land voor nodig. CONO-veehouder Dick Ubbels is actief met duurzaam groenbeheer op verschillende percelen grond in de polder van Wijdewormer. De mogelijkheden verschillen per perceel, vertelt hij, afhankelijk van onder meer de ligging, grondsoort en waterhuishouding.

Kruidenrijk landschap_CONO02914

Slimmere natuur

Tegen een dijk heeft Ubbels bijvoorbeeld zo’n elf hectare liggen. Door de rust en nabijheid van water broeden hier kievieten, grutto’s en een verdwaalde scholekster. Samen met twaalf andere melkveehouders van CONO Kaasmakers deed hij mee aan een pilot om biodiversiteit goed in beeld te brengen waarvoor de boer beloond kan worden. Onder meer door vogelnesten te zoeken en daar stokjes bij te zetten, zodat er bij het bewerken van de grond geen ongelukken gebeuren. “De natuur is soms slimmer dan wij”, “Het bleek dat vossen mijn spoor langs alle nesten gewoon volgden en ze vervolgens leegvraten. Kraaien en kauwen hadden in een mum van tijd geleerd dat stokjes ‘makkelijk eten’ betekende, en haalden de nesten leeg. Daarom hebben we besloten om te stoppen met stokjes plaatsen. En voortaan alleen kort voor het maaien even te kijken. Dat is wel lastiger door het hoge gras, maar dit vergroot de overlevingskans van de eieren en kuikens aanzienlijk.” Daarnaast maait Dick eerst de percelen naast de velden met nesten, zodat de jonge vogels de tijd hebben om alvast wat op te groeien en naar het al gemaaide gras te verhuizen dat inmiddels weer hoger is geworden. Het gras waar de nesten zaten kan dan als laatste ook worden gemaaid.

Beweiden met schapen

Dick Ubbels streeft naar zoveel mogelijk kruiden op zijn grasland zodat zijn vee een gevarieerd maal heeft. Bovendien is hij erg terughoudend om ongewenste planten te verwijderen. “Wij hebben een oude grasmat die veel CO2 en organische stof vasthoudt. Het eerste is goed voor het klimaat, het andere voor de kwaliteit van het voer. Daar zetten we niet zomaar de ploeg in.” Ook met machinaal maaien is hij voorzichtig. “Per jaar één, hooguit twee keer, maar de rest laten we doen door de schapen. Via beweiding ontstaat namelijk een veel betere beworteling en dus een dichtere grasmat. Dat is fijner voor de koeien die er later ook nog op mogen grazen en zorgt voor een betere draagkracht voor de machines het jaar erop.” En waarom geen bijenlint? “O ja, haha. Nou, de schapen vinden die bloemen veel te lekker, en eten dus alles op.”